In het jaar waarin fanfare Sint Nicasius haar 100-jarig bestaan viert, moeten wij afscheid nemen van Leo van der Velden. Leo was maar liefst 79 jaar lid van de vereniging en hij moet zich dus net na de Tweede Wereldoorlog hebben aangemeld als adspirant-lid, zoals dat toen heette. Komend jaar zou hij 80 jaar lid zijn geweest, hetgeen de Nederlandse Bond van Muziekgezelschappen mogelijk voor een probleem zou hebben gesteld. Want wat voor onderscheiding moet je daar nu voor verzinnen?
Vanaf het begin was hij slagwerker bij het fanfarekorps, een drumband werd pas later gevormd. Leo begon op de kleine trom en ruilde die op enig moment in voor de grote trom. Niet geheel toevallig kwam die kleine trom toen terecht bij zijn oudste zoon. Want zijn beide zoons werden min of meer automatisch lid van de fanfare, hoe kon het ook anders.
Leo was een trouw en trots lid van de vereniging. Een flink aantal van de huidige leden zal zich hem herinneren, staand achter de grote trom bij repetities, concerten en concoursen. Een geconcentreerde blik op het gelaat, die – tot je hem beter leerde kennen – over kon komen als stuurs. Maar niets was minder waar, dat was gewoon beleving.
Tot op hoge leeftijd bleef Leo actief muzikant, maar ook daarna was hij aanwezig bij allerlei fanfare-gelegenheden, tot de jaarvergadering aan toe. Want het wel en wee van de fanfare bleef hem aan het hart gaan, niet in het minst omdat zijn zoons en later een kleinzoon ook lid waren.
We moeten nu verder zonder Leo en daarmee verliest de vereniging in korte tijd opnieuw een link naar haar verleden. En een voorbeeld van verenigingstrouw, waar je als fanfare alleen maar blij mee kunt zijn.
We wensen zijn kinderen en kleinkinderen veel sterkte toe bij het verlies van hun vader en grootvader.